maandag 1 november 2010

Sociologische overpeinzingen

Mijn eerste maand in Berlijn is alweer voorbij. Een mooi moment voor reflectie. Zeker omdat ik het afgelopen weekend weer terug in Nederland was!

Ik kan concluderen dat ik het hier zeer naar mijn zin heb. Grootste oorzaak hiervoor is het feit dat ik weer een studie volg. De college's zijn tot nu toe erg interessant en uitdagend, en het is gaaf iets te leren over de Europese Unie zonder hierbij gelijk het Nederlandse standpunt in te nemen. Daar komt bij dat mijn klasgenoten uit alle hoeken van de wereld komen en hierbij hun eigen wereldbeeld meenemen. Dit leid tot mooie discussies tijdens de werkcollege's. Ook mijn vooroordelen, bewust of onbewust, worden regelmatig omvergegooid.

Neemt overigens niet weg dat de meeste vooroordelen over de Duitsers wel degelijk kloppen (worst iemand?) Ik zal ook bepaalde Nederlandse gewoontes moeten laten varen om hier helemaal te integreren. Zoals het fietsen naar de universiteit. Dit doe ik nog steeds, maar niet meer elke dag. Zeker nu het 's avonds steeds vroeger donker wordt is het bijna geen doen meer. Als fietser heb je namelijk een redelijk twijfelachtige positie in het verkeer. De voetgangers vinden je rebels en eigenwijs, de auto's vinden je of redelijk eng en rijden met een enorme boog om je heen, of ze vinden je simpelweg irritant en scheuren extra dicht langs je voorbij. Fietspaden zijn niet overal, en als ze aanwezig zijn is het vaak niet meer dan een dunne rode streep, doorkruist met boomwortels en rare bochten. Even later wordt je weer genadeloos op de weg gesmeten, en mag je zelf zorgen dat je invoegt. Pfff, een stressvolle bedoening. Gelukkig heb ik van de universiteit een OV-kaart gekregen, dus een alternatief is er altijd.

Wat me wel weer bevalt is de realistische kijk op het energie- en klimaat probleem. Recycling wordt hier zwaar serieus genomen, en voor ons appartement staan containers voor groenafval, glas (in 3 kleuren), papier, verpakkingsafval en restafval. Deze opstelling herhaald zich op ongeveer elke straathoek en in de supermarkten. Op flessen en blikjes zit vrijwel altijd statiegeld. Het is een zeer geaccepteerde vorm van liefdadigheid je bierblikje zonder deuken ergens achter te laten. Het zal geheid worden opgehaald voor een minderbedeeld lid van de samenleving, die er vervolgens met het inleveren zijn brood verdient.

Daar staat weer tegenover dat ook overige procedures in de samenleving zeer serieus genomen worden. Veel vaker dan in Nederland worden conventies hooggehouden, en blijven mensen in hun rol. Bij een introductie bijeenkomst op de universiteit vroeg een meid, niet veel ouder dan ik, aan de rest of het wellicht oké is als ze 'jij' tegen ons zou zeggen. Grapjes maken tegen personen in uniform is ook niet aan te raden. Zij zijn aan het werk, en daar heb jij niet aan te tornen. Toch een groot verschil met een conducteur in Nederland, die bij het binnenrijden van het station met een grote zucht door de luidsprekers roept: "en dan nu, voor de liefhebbers, Apeldoorn...!"

Hoewel Nederland en Duitsland qua cultuur toch zeer dicht bij elkaar liggen, zijn natuurlijk de subtiele (en minder subtiele) verschillen het interessantst. Als nieuwbakken socioloog is dat natuurlijk altijd interessant, zeker met zo'n persoonlijke en intieme betrokkenheid (lees: een Duits vriendje). Want wie weet eindigen we hier ooit wel... Zou ik ooit volledig Berlijnse kunnen worden? Moet ik dat, als trotse Hollandse meid ook wel willen? Mmmm dat valt nog te bezien. Ik weet in ieder geval wel dat ik nu al uitkijk naar Sinterklaas, ook al is daar hier nog geen spoor van te bekennen. Bewaren jullie wat pepernoten voor me?

1 opmerking: